Pink Ribbon houdt ordinaire tietenrace en wordt irrelevant: uitgaven onderzoek -/- 93%
Is een tietenrace een geëigend middel om borstkanker te slopen? Was het maar zo makkelijk. 'Kijk eens naar de cijfertjens van Pink Ribbon', aldus een bezorgde lezer. Die club staat van alle kanten onder druk wegens de nogal oppervlakkige manier van geld inzamelen. Dat is niet zonder gevolgen gebleven.
Wellicht herinnert u zich dit artikel in Trouw nog, van eerder dit jaar. Pink Ribbon organiseerde een gesponsord event, waarbij het de bedoeling was om zoveel mogelijk vrouwelijk schoon op een voetbalveld te proppen. Daar is natuurlijk helemaal niks mee volgens ons paradigma, maar u zult zich afvragen wat dat te maken heeft met de bestrijding van een vreselijke ziekte. Sterker nog, voor vrouwen (en mannen) die de ziekte overleven zal het ook niet veel toegevoegde waarde hebben, integendeel. Waarom worden dit soort evenementen dan gehouden?
Wetenschappelijk onderzoek
Eerder dit jaar stapte de patiëntenadviesraad van Pink Ribbon op, om precies die reden. Het was wachten op een nieuwe jaarrekening, en ziedaar. Wat zou de impact van het vertrekken van de vertegenwoordiging van juist de doelgroep zijn? Die is niet best.
In 2011 besteedde Nieuwsuur een item aan de stichting en dat heeft ze geen goed gedaan. Twee jaar geleden werd er nog € 6,2 miljoen aan wetenschappelijk onderzoek uitgegeven, een bedrag dat nu door vijftien is gegaan. De vraag van het bestaansrecht van de BN'er-gala's, tietenraces en vrolijke armbandjes dringt zich onvermijdelijk op.
Casino
Stel eens dat Pink Ribbon belooft om wetenschapper Willy bij zijn werk te steunen. Willy doet goed onderzoek naar kanker maar kan geen funding vinden. Zijn onderzoek ziet er hoopgevend uit, maar het zal precies tien jaar in beslag nemen en € 100.000 per jaar kosten. Zo'n periode is niet vreemd in de wetenschappelijke wereld. Het onderzoek kost dus € 1 miljoen in totaal en dankzij de wulpse motorkapartiestes is dat geld aanwezig. Er is zelfs € 200.000 over, geld dat we in een reserve stoppen als dekking voor tegenvallers. Elke organisatie doet er slim aan zo'n reserve op te zetten.
Aan het einde van het eerste jaar hebben we een balans met vier posten (als dit het enige onderzoek is). Ten eerste is er de post liquide middelen. Die is van € 1,2 miljoen naar € 1,1 miljoen gedaald, omdat we het eerste jaar van Willy zijn onderzoek hebben gefinancierd. Ten tweede is er een korte schuld, omdat we binnen een jaar nog een keer € 100.000 moeten overmaken. Het verschil tussen een korte en een lange schuld zit hem in de termijn: betaalbaar binnen twaalf maanden is kortlopend, anders is het lang.
Daarmee zijn er twee van de tien onderzoeksjaren gedekt, blijven er nog acht over die in de komende jaren voldaan moeten worden. De lange schuld is dus € 800.000 en er zit € 200.000 in de reserve.
Natuurlijk kunnen we die liquide middelen ook op de beurs laten renderen, door er aandelen Deutsche Bank van te kopen. Of ermee naar Las Vegas gaan, en als we dan winnen kunnen we nog meer onderzoek financieren. Gelukkig werken de meeste goede doelen niet op die manier. Maar het moge duidelijk zijn dat een fonds dat in een enkel jaar € 100.000 aan wetenschappelijk onderzoek heeft uitgegeven, een balans heeft die tien keer zo groot is. Dat is geen teken van ondoelmatigheid maar voorzichtigheid, de financier kan immers ten allen tijden over de voor onderzoek toegezegde middelen beschikken. Beter dat dan dat er in Griekse staatsobligaties of derivaten wordt belegd. Wel kent geld dat zo lang vastzit, in zijn algemeenheid een verhoogd frauderisico zoals we helaas bij de stichting ALS (van de Ice Bucket Challenge) zagen.
De doelmatigheid van een dergelijke instelling kunnen we dus beoordelen aan de hand van de mate waarin het op jaarbasis in staat is om wetenschappelijk onderzoek te financieren. Dat kunnen we benchmarken met de eigen historie, evenals de verhouding tussen de besteding aan het hoofddoel en de organisatorische lasten.
Uit de cijfers van Pink Ribbon blijkt dat dit getal in drie opvolgende jaren daalt van € 6,2 miljoen naar € 0,4 miljoen, oftewel 93 procent. Daardoor is dat bedrag uitgekomen op minder dan de jaarlijkse personeelskosten. Pink Ribbon heeft met de flauwe evenementjes haar geloofwaardigheid verloren en daarmee de complete effectiviteit. Voor elke euro die er naar onderzoek gaat, wordt er ook eentje aan salariskosten betaald en dat is een behoorlijke wanverhouding. Bij het KWF is deze score één op tien. Beter heft Pink Ribbon zichzelf dan maar op. De verhalen van slachtoffers zijn aangrijpend, maar dat neemt niet weg dat het zinvol is om een discussie te voeren over de doelmatigheid van een charitatieve instelling, alsmede het bestaansrecht. Het sluiten van ondoelmatige instellingen helpt het goede doel (geld inzamelen voor de financiering van wetenschappelijk onderzoek naar de bestrijding van kanker) juist. Zodoende besparen we op die personeelslasten, zodat een eventuele donateur hetzelfde geld direct aan het KWF geeft en we als land per saldo juist meer aan wetenschappelijk onderzoek kunnen uitgeven.
Support Marina & Lucja’s run for the Pink Ribbon Foundation @pinkribbonfound https://t.co/E8nWuM3vJJ #500kin5days https://t.co/CJwyKhQRH6
— EdinBlogger (@EdinBlogger) July 13, 2016