Onder Erdogan is Turkije een zeepbeleconomie geworden maar dat feest is over
Die Erdogan, dat is nogal een ijzervreter zegt men. Maar de algemene wijsheid is dat hij goed voor zijn mensen heeft gezorgd, zodat ze het eigenlijk wel accepteren. Op een lege maag is het immers lastig demonstreren. Maar klopt dat idee wel? Het is duidelijk dat het inkomen van de gemiddelde Turk flink is toegenomen deze eeuw, met ongeveer honderd procent. Dat is een slok op een borrel.
De toevoeging 'PPP' staat voor Purchasing Power Parity. Landen met een inkomen dat sterk afwijkt van de top tien-procent zijn niet zo arm als het rauwe cijfer 'inkomen per hoofd' doet vermoeden. In deze landen zijn de kosten voor levensonderhoud, zoals voor een huurwoning of een doorsnee maaltijd ook een stuk lager. Op 14 maart 2003 werd Recep Erdogan tot premier benoemd, sinds 2014 is hij president. Het is wel duidelijk waarom hij geliefd is: de gemiddelde Turk lijkt het voor de wind te gaan.
Helaas is de Turkse economie een zeepbel aan het worden. U kunt massa's statistieken over de Turkse economie gratis en voor niets neerladen vanaf de site van de lokale centrale bank, maar we gokken erop dat dat niet is waar u zich met dit lekkere weer mee bezig houdt. Laten we beginnen met de totale externe korte schuld (in miljoenen dollars). Volgens ons schrijft u dat zo, in het Turks.
In het derde kwartaal van 2009 neemt ook de stijging van de schuld toe. In zeven jaar is de kısa dönem toplam dış borç toegenomen van € 40 miljard naar € 140 miljard. Let wel, korte schuld moet binnen een jaar worden geherfinancierd, dus het is te hopen dat de markt daar nog zin in heeft. Nu is het de vraag in hoeverre we Erdogan hier helemaal de schuld van mogen geven. De eigen centrale bank heeft dit beleid gefaciliteerd met een steeds lagere rente, dat is waar. Op papier is die club onafhankelijk, net als de wetenschap, de rechterlijke macht en het leger in Turkije * kuch *. Forbes durft de stelling aan dat de toename van de schuld ook is veroorzaakt door een daling van de lokale rente. Die zou zijn ingegeven door de wens van Erdogan om banken geen winst te laten maken op leningen, wat past bij de streng-Islamitische leer. De Koran is hier immers lekker helder over.
Hoe dan ook is het casino-effect in Turkije een probleem. De welvaart stijgt wel, maar die gebeurtenis is het gevolg van een idioot hard groeiende schuld. Het balanstotaal van de Turkse banken is sinds 2009 vervijfvoudigd. Ter vergelijking met die andere Turkse zeepbel, aan de Noordzee: in Öllandistan is deze toename slechts tien procent. Voor een dramatisch voorbeeld van een slechte investering met schuld tussen Nederland en Turkije, zie het relaas van Top Real Estate uit Zaandam.
De totale externe schuld van Turkije (dus de genoemde korte schuld, opgeteld bij de lange) is sinds 2003 verviervoudigd. Sinds dat jaar heeft Turkije ook nooit meer een handelsoverschot gehad. Alle rijkdom die de gewone Turk associeert met Erdogan is een luchtkasteel, een zeepbel. De Turken gaan hun Griekse buren achterna, hoewel in mindere mate. Linksom of rechtsom staat de Turk een harde correctie te wachten. Alleen realiseert hij zich dat nog niet. Iets zegt ons dat dit niet de laatste couppoging was.